De gedachtegang van vandaag

Mijn gedachtes gaan veel kanten op. Ik probeer ze zoveel mogelijk op papier te zetten en met jullie te delen. In afwachting van jullie feedback...

20 april 2008

De filmmaker

Laatst kwam er een filmmaker op bezoek bij Open Studio. Hij had geen filmacademie of HKU gedaan, maar filmwetenschappen gestudeerd. Ik vroeg me af wat zo'n studie inhield, wat moet je op de universiteit nou met film?
Wel, bij de studie filmwetenschappen is het de bedoeling dat je films gaat bestuderen. Dan ga je Hitchcock-films shot voor shot analyseren en filosoferen over waarom die ene vrouw in dat ene shot op die manier in die linker benedenhoek geplaatst is en bedenk je dat dit een prachtig symbool is voor de vrouwelijke onderdrukking in die tijd en wellicht een verwijzing naar een schilderij van Meijer de Haan waar ook voor een gewaagde compositie is gekozen. Natuurlijk weet onze filmmaker inmiddels net zo goed als ik dat die ene vrouw in dat ene shot daar helemaal niet had moeten zijn, dat Hitchcock het een lelijk shot vond en het eigenlijk niet wilde gebruiken, maar gedwongen was dit wel te doen omdat de andere takes van dat shot nog minder bruikbaar waren. Filmwetenschappers gaan dus betekenis leggen aan dingen in films die in eerste instantie helemaal geen betekenis hadden.
Dan mogen ze mijn films ook wel eens inspecteren op verborgen betekenissen, prachtige symbolen en doordachte verwijzingen. Worden ze plots veel waardevoller.

Verder vertelde de filmmaker iets waar ik me erg in kan vinden. Hij beschreef het moment dat je als schrijver van een film op de set staat en even beseft dat al die mensen daar bezig zijn met een groot project dat jij in gang hebt gezet, dat al die mensen na- en meedenken over hoe kleine dingetjes uit jouw scenario het best uitgevoerd kunnen worden omdat jij dat maar bedacht hebt. Het is ontroerend om te zien hoe mensen zich zo goed ervoor inzetten. Maar dan voel je je ook opeens zo verantwoordelijk. Dat zoveel mensen tijd vrij maken om jouw idee uit te voeren. Dan moet het wel een goed idee zijn, dan moet het natuurlijk wel iets bijdragen aan de wereld waar we nu in leven. Is mijn idee wel zo goed, of verspil ik er de tijd van zoveel mensen mee?

Labels: , , ,

07 april 2008

Ben weer terug!

Ik heb al een tijdje niks van me laten horen. Ik zal geen beloftes maken met dat ik weer regelmatig zal posten want ik weet dat ik me daar toch niet aan ga houden. :-P

Ik zal posten wat ik al schrijf, maar ga niet apart voor mijn blog teksten schrijven. Althans, niet dat ik van plan ben.

Aanleiding van mijn motivatie om mijn ideeën weer op mijn weblog te openbaren is mijn aanmelding voor de studie Writing for Performance. Waardoor ik weer bewust ben geworden hoe leuk ik het wel niet vind om te schrijven.

21 januari 2007

Jason

Jason zit aan tafel met zijn opa en oma. Nadat er even een korte stilte valt, vraagt Jason aan zijn opa en oma: 'Kunnen jullie Engels?' Zijn opa, een bescheiden man, wisselt een blik met oma.

'Nou, we kunnen wel een beetje Engels. Wat wilde je zeggen dan?'

Jason leunt naar voren, zijn opa en oma doen het zelfde.

'I love you.'

03 december 2006

Herinnering

We moesten in de les een stukje schrijven in de ik-vorm over iemand die van iemand anders een herinnering te horen krijgt.
Thuis moesten we de herinnering die in het eerste stukje verteld wordt beschrijven. Met de persoon die in het eerste stukje als derde persoon optrede nu als eerste persoon.
Ik hoop dat jullie het bergijpen want het heeft even geduurd voor ik de uitleg eindelijk had staan.


Stukje uit de les:


'Wat een prachtig uitzicht, eigenlijk.' zeg ik en neem een slok uit een wijnfles. Céline draait zich om en rolt op haar bureaustoel naar mij toe. Ze kijkt met me mee naar buiten, ik maak plaats voor haar op het grote venster.
'Hoezo?' vraagt ze terwijl ze naast me komt zitten.
'Al die huizen, je kijkt er zo over heen.' zeg ik. 'Ik wou dat ik al een eigen huis had.' Céline pakt de wijnfles uit mijn hand en neemt zelf ook een slok. Plotseling begint ze te lachen.
'Wat is er?'
'Oh, niks bijzonders.'
Céline kijkt uit het raam maar ik weet dat ze me het toch gaat vertellen.
'Vorige week waren Ruud en ik uit geweest. Het was heel warm binnen dus ik had het raam open gezet. Ruud ging even later op het venster zitten en hij dacht dat het raam dicht was. Hij leunde achterover, ik kon hem nog maar net terugtrekken.'
Verbijsterd kijk ik haar aan.
'Is dat grappig?'
'Tuurlijk niet, ik schrok me dood! Je had z'n gezicht alleen moeten zien, joh! Dat vergeet ik mijn hele leven niet!'
Ik rol met mijn ogen.
'Besef je wel wat er had kunnen gebeuren?'
Céline knikt. Ze zet het raam op een kier en gooit de wijnfles naar beneden.
'Wat doe je?' roep ik uit.
De fles knalt op de grond. Scherven vliegen alle kanten uit en op de stoep kruipt een grote, rode vlek.



Stukje thuis:


Met moeite krijg ik de deur open. Eerst was het een hele opgave om de sleutel in het sleutelgat te krijgen, daarna had ik te weinig kracht in mijn vingers om de sleutel om te draaien. Daar komt ook nog bij dat Ruud de hele flat wakker maakt.
'Sst!' zeg ik voor de vierde keer. Ik strompel naar binnen en zoek naar het lichtknopje. Ruud trekt, natuurlijk veel te hard, de deur achter zich dicht. Hij geeft kusjes in mijn nek en protesteert als het licht aangaat.
'Zo kan ik beter mijn evenwicht bewaren.' geef ik als excuus.

In de slaapkamer is het bloedheet, ik zet het raam open voor wat frisse lucht. Ik ga aan mijn bureau zitten en doe, puur uit automatisme, de computer aan. Onder luid gekraak van de computer draai ik rondjes op mijn stoel. Na twee rondjes begint het me al te duizelen en moet ik uitkijken dat ik niet misselijk wordt. Ongeduldig klik ik op de computer mijn map met muziek open, de computer protesteert luidruchtig tegen de opdracht maar voert deze na enkele seconden keurig uit. Ik zet een paar liedjes op, maar ik let op het volume, anders gaat de buurvrouw weer zo zeuren.
Ik probeer me te herinneren waar Ruud is gebleven. Ik kan me niet herinneren dat hij zei dat hij weg ging. Ik pak mijn mobiel en bel hem. Niet veel later speelt in het halletje het deuntje van Ruuds mobiel.
'Hé, slaapkop!' roep ik naar hem. Het is een komisch gezicht. Ruud zit met zijn mond wagenwijd open op een stoel. Op zijn schoot ligt zijn rechterschoen, de linker zit nog aan zijn voet. Ruud schrikt wakker, mompelt wat en loopt met me mee de kamer in.
In de kamer gaat Ruud op het venster zitten. Ik loop wat heen en weer, kijk in de spiegel in de hoop dat ik er wat nuchterder van wordt en loopt naar Ruud toe, die bijna weer in slaap valt. Ik geef hem een kus op zijn voorhoofd, hij leunt langzaam achterover.
Ik ben de eerste die schrikt. Het raam! Nooit geweten dat ik onder invloed van alcohol nog zo snel kon reageren. Op het moment dat hij over zijn zwaartepunt heen is en zelf schrikt heb ik hem al bij de kraag gegrepen. Ik trek hem met al mijn kracht terug en voor hij kan beseffen wat er aan de hand is liggen we al samen op de grond.
Als de schrik voorbij is, kan ik niet meer ophouden met lachen. Ruud knippert met z'n slaperige, dronken ogen en mompelt zachtjes voor zich uit. 'Is niet grappig.' weet ik eruit op te maken. Na enkele seconden valt hij op de grond in slaap.

09 november 2006

Personage mix

Mijn derde opdracht: Maak een mix van drie personen in je omgeving. Neem van de een de leefomstandigheden, van de ander het uiterlijk en van een derde de karakter eigenschappen. Ik zeg lekker niet wie... :-P


Buiten adem zoek ik steun bij het hek van een basisschool. Een zweetdruppel glijdt langzaam over mijn wang en kriebelt niet veel later in mijn nek. Mijn neus is koud, evenals mijn handen, die het hek stevig vasthouden. In de verte verschijnen twee koplampen vanuit de mist. Ik probeer te genieten van de frisse ochtendlucht maar mijn gedachten dwalen voortdurend af naar de gebeurtenissen van het afgelopen uur.

Het begon toen mijn moeder ontdekte dat de kaasschaaf weg was, ze schoot volledig uit haar slof. Wij, de kinderen, zouden het weer gedaan hebben. Ze tierde over dat we nooit helpen in het huishouden en zij altijd alles moet doen. Tot ze weer aankwam bij haar favoriete onderwerp: 'jullie vader'. Hij zou ons niet genoeg discipline bij brengen, zei ze.

Ik zat al in mijn sportkleding en stond net op het punt om te vertrekken. Ik had geen zin in al die onzin en ben meteen weggelopen toen ze over mijn vader begon. Tot grote irritatie van mijn moeder, natuurlijk.

Een voorbijrijdende auto verbreekt de stilte. Ik veeg het zweet van mijn voorhoofd en jog verder. De puntjes van mijn blonde haar prikken pestend in mijn ogen. Mijn haar is eigenlijk al veel te lang. Laatst lukte het me niet de ondertiteling van een film te lezen. Pas na een half uur kwam ik erachter dat mijn haar voor mijn ogen hing. Ik lach om de gedachte en besef dat ik mijn lachspieren een tijd ben vergeten te gebruiken.

08 november 2006

Jelle

Zoë loopt rustig door de supermarkt. Met een mandje in haar armen struint ze langs de potjes groente. Ze laat haar blik langs de sperzieboontjes en worteltjes glijden maar besluit toch maar weer een avond ongezond te eten. Elke dag neemt ze zich voor gezond te eten maar de aantrekkelijke diepvriespizza's en patat winnen het toch elke keer. Het is maar voor een tijdje, denkt ze. Als haar ouders weer terug zijn, staat elke avond een gezonde maaltijd voor haar klaar.

In haar mandje zit al het nodige proviand voor vanavond als haar vrienden langs komen; Een fles cola, sinas en 7up, een paar zakken chips en twee repen chocola. Drank regelt Hugo, die is bijna achttien en krijgt echt alles mee.

Als Zoë shampoo uitzoekt ziet ze in haar ooghoeken een vakkenvuller die de tampons in de schappen zet. De jongen reageert niet als een vrouw met een overvol karretje langsloopt en per ongeluk tegen hem aanstoot. Zijn handen trillen en hij zweet zo erg dat zijn gezicht ervan glimt.

'Heb je het warm?' Vraagt ze aan de jongen. Hij schrikt op en kijkt haar aan. Dan herkent Zoë hem. Het is Jelle, de grote loser van de basisschool. Hij heeft nog steeds die vreselijke flaporen en kijkt, zoals hij altijd al gedaan heeft, suf uit zijn ogen.

'Hé, Zoë.' Zegt hij en gaat verder met het vullen. Zoë rolt met haar ogen, hij heeft haar herkend.

'Hoe gaat het?' Mompelt Jelle en kijkt haar schichtig aan.

'Gaat wel, met jou?' Zoë kan zichzelf wel voor haar kop slaan, natuurlijk gaat het niet goed met hem, dat kan ze al van een afstand zien, maar ze heeft nu echt geen behoefte aan zielige jongetjes.

'Niet zo goed.' Hakkelt Jelle en doet alsof hij druk bezig is. Zoë voelt zich toch een beetje ongemakkelijk maar laat niets merken. Ze pakt een fles shampoo en loopt weg.

Als ze in de rij bij de kassa staat krijgt ze een onbehaaglijk gevoel. Herinneringen die ze ooit diep had weggestopt komen met vlagen van medelijden weer boven. Ze ziet de Jelle uit groep zeven weer op het schoolplein lopen. Met gebogen hoofd en hangende schouders schopt hij steentjes voor zich uit, gekleed in zijn altijd witte T-shirt en zijn veel te grote spijkerbroek. In al die tijd is hij niets veranderd; even onzeker en schuchter als hij altijd al was.

Zoë stapt uit de rij en loopt naar Jelle toe. Hij staat er nog, met dezelfde hangende schouders en afwezige blik.

'Wat gaat er dan niet zo goed?' Vraagt Zoë en Jelle draait zich verbaasd om.

15 oktober 2006

Seizoen

Mijn eerste opdracht van mijn curcus. Mogen jullie raden wel seizoen dit is.


Met zijn handen in zijn zakken wachtte Bas op de tram. Wat duurde wachten toch lang.
Zijn gedachten dwaalden af naar gister. De vergadering had uren geduurd. Aan het begin ging het wel soepel maar na een hevige discussie tussen Gert en Ria wilde het niet vlotten, met als gevolg dat ze om elf uur nog niet klaar waren en nu bergen werk hadden.
Bas snoot zijn neus en tuurde voor zich uit.
Hij zag op tegen volgende week. Hij moest zoveel doen en hij wist dat hij het werk niet op tijd af zou krijgen. Hij was doodmoe en mocht zichzelf gelukkig prijzen dat hij vanavond een uurtje langer kon slapen omdat de klok achteruit gezet zou worden.
Bas schrok toen een tram plotseling voor zijn neus stond. Hij stapte in en voelde zijn oren gloeien van de warmte. Nadat hij zijn kaartje had afgestempeld wurmde hij zich tussen de mensen door en wist zich een weg te banen naar een rustiger plekje.
Het begon al donker te worden. In het westen kleurden de wolken rood en paars, wat een prachtig contrast vormde met de grijze wolken eromheen. Bas leunde tegen de paal die hij vasthield en sloot even zijn ogen. Zijn oogleden voelden zwaar. Als de tram op dat moment niet plotseling remde was dat misschien ook wel gebeurd.

Vele haltes later riep een stem de halte om waar hij eruit moest. Hij keek om zich heen, de tram was nu veel leger. Hij had nauwelijks gemerkt dat de tram langzaam was leeggestroomd. Hij stapte uit en ademde de frisse lucht in. Hij zette er flink de pas in en liep naar huis, naar zijn lekkere, warme bed.

04 september 2006

Met een jas

Mensen zijn koukleumen. Het was heerlijk zomers weer, toen kwamen er een paar wolken en nu loopt iedereen al met dikke jassen aan. Het is echt niet koud het ziet er alleen koud uit. Het was vandaag 22 graden! Ik zweet me al te pletter in de tram met mijn vest aan, hoe kunnen mensen met jas en sjaal nou normaal zitten?

Maar dat is mijn probleem gelukkig niet. Zij zijn degenen die in de winter met drie jassen aan nog kou lijden. Ik niet, want ik kleed me nu tenminste niet zo overdreven. Met mijn shirtje heb ik het goed, als het iets kouder wordt heb ik mijn vest. Ik ben tevreden. En straks als het écht koud wordt tenminste ook.

11 juli 2006

Asyrion

Fae froze when suddenly a thick mist made her visibility field as good as gone. She was a fool. There were people in terrible danger and she didn't move a finger! She closed her eyes and wished her wings could make her fly away. But she wasn't a good winger*, she couldn't fly, only flutter. You couldn't even call it flutter. It was more like moving her wings and get a few inches from the ground.

But it was not the moment for such thoughts now, she had to help people, though she couldn't see. She never was in such trouble before. She always searched for danger, but danger never found her.

She decided to wait until the mist was gone.


*Someone with wings


13 juni 2006

Feesten organiseren

Wat toch wel veel tijd kost, veel energie vraagt, veel van het geheugen vraagt, smeekt om ordening maar toch ontzettend leuk is om te doen is feesten organiseren. Inmiddels zijn de CeF-feesten al redelijk bekend bij vrienden en kennissen van onze leeftijd. CeF staat voor Corlijn en Fleur. Wij zijn het feestkoppel van onze vriendenkring. We hebben inmiddels drie succesvolle CeF-feesten georganiseerd.

Laatst kwam ik in aanraking met iets nieuws: een surpriseparty. Onze grote vriend Sjampo (Ook wel bekend als Jan-Paul) werd vandaag 18 jaar. Daarom hebben we zaterdag een surpriseparty georganiseerd. Het is nog leuker dan een ander feest organiseren omdat het een hoog stiekem-gehalte heeft. Zo moest ik de nummers hebben van Sjampo's 'andere' vrienden. En was ik verplicht op slinkse wijze zijn mobiel jatten.

Gelukkig is Sjampo een goed persoon om mee te oefenen. Hij had geen enkele argwaan toen ik zijn 'smsjes even wilde lezen', om vervolgens een half uur er met zijn mobiel vandoor te gaan. Ook niet toen hij opeens op het geweldige idee was gekomen om zijn feestje op zaterdag te vieren en we allemaal om vage niet konden komen maar zondag voor ons allemaal (op één na die niet goed meespeelde) wel goed uitkwam. Zelfs toen zijn moeder haar mond half voorbij praatte had hij geen flauw benul dat er ook maar enigszins iemand met zijn planning aan de haal ging. Hij had het prachtige plaatje voor zich dat hij vrijdag met het ene vriendengroepje zijn verjaardag vierde, op zondag met het andere en vervolgens op dinsdag met het derde. Maar wij hadden andere plannen. Tja, vrijdag moest dan maar... Maar zaterdag zaten we met de hele club in zijn woonkamer.

Het spannendste was dat ik bijna niemand kende en tot een halfuur voor Sjampo 'surprised' werd niet wist wie ik voor me zou hebben. Gelukkig klopte het beeld dat ik voor me had; geen drukke bierzuipende hormoonjongeren, maar rustige, gezellige mensen met respect voor het huis (ze braken niets af). Na een tijdje werd het me wel een beetje té rustig. Toen Sjampo zijn cadeautjes had uitgepakt (ja, hij is al surprised) hing er een beetje een sfeertje van: 'en nu?' Gelukkig gingen er wat mensen buiten zitten kletsen en een paar gingen binnen voetbal kijken. Het was een leuk feest. Rustig, maar leuk.

Sjampo was er blij mee, wij waren er blij mee en ook op de gezichten van Sjampo's ouders verscheen een glimlach toen de volgende ochtend alles netjes was opgeruimd.